Tot de dood ons scheidt
Sinds ik mantelzorgmakelaar ben, kom ik vaker in aanraking met de dood. Zorg die met veel organisatie is ingezet stopt al na twee weken, want ‘Mama is toch nog onverwacht overleden’. Of een geëmotioneerde mantelzorger belt me: ‘Ila, het is niet meer nodig…’. Na maanden wachten werd uiteindelijk de aanvraag voor een traplift toegekend, maar inmiddels was haar vader gevallen, opgenomen en kort daarna overleden.
Albert zorgde jarenlang voor Hanneke die aan kanker leed. Zijn werkgever gaf hem vrij zodat hij de laatste maanden van haar leven Hanneke dag en nacht kon verzorgen. Hij hielp haar met haar persoonlijke verzorging, zorgde voor het eten, de medicatie en de organisatie van het ziekenbezoek. Tijdens momenten van ondraaglijke pijn stond hij aan haar zijde. Dat was het moeilijkste, de pijn van zijn Hanneke aan te zien. Het dilemma waarvoor ze samen stonden was: zware pijnstillers innemen met nare bijwerkingen of niet? Van sommige pijnstillers ging Hanneke hallucineren, zelf had ze er geen besef van. Albert filmde dat Hanneke hallucineerde en liet haar dat de volgende ochtend zien. ‘Dat nooit meer!’ zei ze. Rigoureus stopte ze met de pijnstilling en informeerde zelf de arts. Tegen Albert zei ze: ‘Ik wil bij jou zijn, samen zijn. Dan maar met pijn’. Hanneke heeft haar leven voluit geleefd. Haar dood laat een leegte achter, maar Albert haalt troost uit hun laatste samenzijn. ‘We hebben in liefde afscheid van elkaar genomen’.
De vrouw van Hendrik, Antje, is vijf jaar geleden overleden. Ze was positief ingesteld, had het hart op de tong en ze hield van het leven. Tijdens haar ziekte heeft Hendrik liefdevol de zorg voor Antje op zich genomen. Hij streed met haar mee tegen de ziekte waaraan Antje uiteindelijk is overleden. En Antje wist heel goed duidelijk te maken wanneer ze de artsen en ziekenhuizen zat was. ‘Nee, Hendrik, geen artsen, het lukt nog wel’. Totdat ze viel en Hendrik haar bewusteloos in de keuken vond. Op dat moment moest hij snel een afweging maken en laveren tussen de wil van Antje en zijn impuls een arts te bellen. Deze situatie leverde later discussies op met Barbara, hun dochter, die boos werd. Wat als Antje niet meer wakker was geworden op de keukenvloer! Had Hendrik Antjes autonomie moeten negeren en de arts toch eerder moeten inschakelen? Onder al deze emoties en vragen voelde ik hun liefde voor elkaar en een sterke familieband. En dan is daar de overgave. ‘Het is klaar, Hendrik’, zei Antje. ‘Geen ziekenhuizen meer, geen oplossingen, maar leven en samen zijn met de tijd die ons nog gegeven is.’
Het zijn verhalen van verdriet, maar ook van dankbaarheid als dierbaren goed en liefdevol afscheid van elkaar hebben kunnen nemen. Herinneringen helpen om het verlies te dragen. Verdriet blijft en hoeft niet weg. Het houdt onze overleden dierbaren nog een beetje bij ons.
De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.